117. Steenbreek als camouflage voor schildersverdriet
In deze serie mogen de lezers van de Natuurgids een plant kiezen waar ze wat meer over willen weten. Maar het moet een inheemse of ingeburgerde plant zijn! Zo kreeg ik een verzoek van de echtgenote van de hoofdredacteur, of ik iets wilde schrijven over schildersverdriet. Ik wou wel, maar schildersverdriet is een pure cultuurplant, geen wilde plant! Gelukkig hebben we in ons land een aantal interessante wilde familieleden steenbreek en die gebruik ik dus nu als camouflage voor schildersverdriet. Inderdaad, schildersverdriet is ook een steenbreek soort.
Onze wilde knolsteenbreek
Steenbreekfamilie of Saxifragaceae
De steenbreekfamilie is zeer groot, maar er is geen enkele soort die stenen kan breken. De naam komt van de oude Grieken. Omdat deze planten nogal eens groeien in spleten in de rotsen, hadden die waarschijnlijk het idee dat de planten de spleten veroorzaakten. Later heeft men uit de naam afgeleid dat de plant nierstenen zou kunnen breken. Maar ook dat blijkt niet te kunnen.
Ik heb al eerder geschreven over goudveil (zie hieronder bij nummer 110), ook een lid van de steenbreekfamilie, maar van een ander geslacht dan schildersverdriet. Schildersverdriet en de andere steenbreek soorten horen bij het geslacht Saxifraga en daarvan zijn er ca. 440 soorten bekend! Maar in Nederland hebben we niet veel soorten, eigenlijk nog maar twee: knolsteenbreek en kandelaartje. Tot in de 19e eeuw hadden we ook nog de bokjessteenbreek, maar die is hier en in de omliggende landen bijna of helemaal uitgestorven. Gelukkig kan die plant zich uitstekend handhaven in IJsland, Spitsbergen, noord Rusland en andere koude plekken. Het lijkt er op dat de plant het hier te warm vindt, maar in de literatuur houdt men het vooral op biotoopvernietiging: het verdwijnen van moerassen. De meeste Saxifraga soorten houden trouwens van wat koelere plaatsen zoals richting de polen en in Zuid-Europa en de Himalaya wat hoger in de bergen.
Knolsteenbreek en kandelaartje staan het liefst op kalkhoudende gronden en die liggen in Nederland vooral aan de kust en in Zuid-Limburg. Kandelaartje staat ook nog wel eens op oude muurtjes en dergelijke. Bij mijn woonplaats in Brabant ligt een perceel waar ieder jaar de knolsteenbreek bloeit samen met enkele orchideeën, maar daar kun je ook stukjes van schelpen vinden! Een van de natuurclubs heeft daar ooit de natuur een handje geholpen: als de boeren biotopen laten verdwijnen, mogen de natuurclubs ook wel een keer smokkelen! Als het maar geen gewoonte wordt.
Knolsteenbreek
Knolsteenbreek (Saxifraga granulata) is een fraaie plant met in mei, juni witte bloemen van ongeveer 1,5 cm doorsnee. Meestal heeft een plant meerdere bloemen en dan valt ze echt op in een grazige omgeving. Knolsteenbreek is een vaste plant d.w.z. dat ze in principe ieder jaar weer tevoorschijn komt uit een ondergrondse wortelstok of iets dergelijks dat de winter heeft overleefd. Maar knolsteenbreek vormt ook vruchtbaar zaad en daarnaast maakt de plant ook nog eens broedknolletjes! De broedknolletjes zitten in de bladoksels net boven de grond. Met zoveel methoden om je voort te planten, verwacht je bijna dat de plant een plaag wordt maar dat gebeurt bepaald niet.
Ik zei al dat de plant mooie bloemen vormt. Onze voorouders vonden dat blijkbaar ook en zo hebben we in Nederland nog een heel oude kweekvorm: het Haarlems klokkenspel. Deze vorm heeft gevulde bloemen, die zijn waarschijnlijk ooit spontaan ontstaan en daarna is de plant in de tuin gepland. De gevulde bloemen zijn niet goed voor de zaadvorming, maar steenbreek heeft zoals gezegd nog meer mogelijkheden en dan nog wat hulp van de mensen. In ieder geval het Haarlems klokkenspel bestaat nog als zogenaamde stinzenplant bij de oude landgoederen in Holland en Friesland.
Kandelaartje Op de foto lijkt Kandelaartje een heel opvallend bloemetje, in praktijk valt het niet op
Kandelaartje (Saxifraga tridactylites) is de andere wilde steenbreek: een klein plantje, meestal minder dan 10 cm hoog. De witte of licht roze bloemetjes hebben een doorsnee van 5 mm en lijken op die van knolsteenbreek. Kandelaartje bloeit van april tot juni en in die tijd zijn er nogal wat plantjes met kleine witte bloemetjes die op een rustig hoekje tussen wat straatstenen groeien. Het enige opvallende aan het kandelaartje is dat de stengels meestal roodachtig zijn en dan in een groepje en met bloemen: misschien krijgt het dan aandacht. Het is zeker geen lelijk bloemetje, maar zo ontzettend onopvallend.
Kandelaartje heeft net als knolsteenbreek graag wat kalk in de grond en zoekt dus deels dezelfde plekken als de knolsteenbreek, maar kandelaartje heeft het liever wat droger. En dan kun je ze dus vinden in een rustig hoekje op straat en de laatste tijd schijnt de plant ook regelmatig op te duiken langs spoorlijnen, rangeerterreinen en dergelijke.
In Nederland is kandelaartje vrij algemeen in de duinen en in de stedelijke omgeving en in de rest van het land vind je ze alle varianten van zeldzaamheid. Ik weet niet of de waarnemingen wat dit plantje betreft een goed beeld geven, want het is zo moeilijk om kandelaartje niét over het hoofd te zien.
Schildersverdriet Schildersverdriet is geen inheemse wilde plant, maar wel fraai
Schildersverdriet is dus geen inheemse plant in ons land, nog sterker het is waarschijnlijk nergens een inheemse plant want het is een kruising. Een kruising kan natuurlijk spontaan ontstaan en dat gebeurt ook zeer regelmatig, maar een kruising van een steenbreek uit de Pyreneeën (Saxifraga umbrosa) met een Ierse (Saxifraga spathularis) in Engeland: daar zullen wel mensen bij betrokken geweest zijn. Vooral omdat de Ierse steenbreek niet in Engeland groeit! Theoretisch zou de kruising ook nog in Spanje ontstaan kunnen zijn want de 'Ierse' steenbreek groeit niet in Engeland maar wel in Noord Spanje en Portugal. Dat is al een stuk dichter bij de Pyreneeën. De kruising duikt al in de 17e eeuw op in Londen en heet tegenwoordig officieel Saxifraga x urbium. In Londen waren ze er blijkbaar erg enthousiast over want ze noemden het 'London pride': de trots van Londen. Alleen er was al een plant met die naam, dus die moest inleveren en heet sindsdien 'Sweet William', bij ons vroeger heel bekend als 'lieve mannekes' of 'duizendschoon'.
Schildersverdriet in close up. Duidelijk zichtbaar de stipjes op de bloem die de schilder zouden afschrikken.
Hele oude sierplanten hebben vaak een reeks van namen in het Nederlands en in andere talen. Schildersverdriet, de naam komt waarschijnlijk door de roze en gele stippen op de witte bloemblaadjes, is geen uitzondering:
- hoe-langer-hoe-liever: geen idee wat daar achter steekt,
- menistenzusje: het schijnt dat de doopsgezinde vrouwen (volgelingen van Menno Simons, 17e eeuw) eenvoudige bloemetjes jurken of rokken droegen,
- porseleinbloempje: ook van wege de stippen op een witte achtergrond.
De naam 'London pride' heeft in Engeland ook nog wat gevolgen gehad. Een 19e eeuwse Engelse bisschop schreef een gedicht over de zonde van trots en hoogmoed van dit bloemetje! Maar toen men er hem op wees dat niet de bloemen trots waren, maar de Londenaren, schreef hij een excuus gedicht aan de bloemen! Serieuzer werd het toen in de Tweede Wereldoorlog Londen gebombardeerd werd. Toen verschenen er op de ruïnes grote aantallen 'London pride' bloemen en daarover maakte Noël Coward een populaire song!
Bokjessteenbreek Bokjessteenbreek is bij ons uitgestorven. De bruinige vlekjes zijn op deze foto niet goed zichtbaar.
Als camouflage eindig ik weer met een echte, wilde steenbreek: de bokjessteenbreek: Saxifraga hirculus. De Latijnse naam betekent ook bokjessteenbreek en de 'bokjes' schijnen te wijzen op de twee 'hoorntjes' bovenop het zaaddoosje. Bokjessteenbreek is uitgestorven in Nederland en hetzelfde dreigt te gebeuren in de rest van Europa waar het niet echt koud is. Op Spitsbergen en IJsland staan de planten dus nog wel zoals gezegd.
Bokjessteenbreek heeft gele bloemen en ook stipjes maar die zijn bruinig, oker van kleur. De plant is zo'n 10 cm hoog en de bloemen hebben een doorsnede van ca. 2 cm maar in beide schijnt veel variatie te zitten. Soms zitten er meer bloemen op een stengel, dus in een lage vegetatie zal de bloeiende plant dan wel opvallen. Jammer dat we die kwijt zijn.
Jan van Dingenen - 2018
Naschrift
Dit artikel is deel een serie waarbij de lezers van De Natuurgids een wilde, inheemse plant mochten kiezen en ik zou dan proberen daar een artikel over te schrijven. Onderstaand de artikelen in deze serie die nu op deze site staan.
- 107. Grondster: plant zonder vaste verblijfplaats
- 108. Wolfskers: mooi, beetje eng en zeer giftig
- 110. Goudveil, bescheiden maar kieskeurig
- 111. Moesdistel, een vriendelijke distel
- 112. Wolfsklauw heeft vreemde gewoonten
- 113. Liefdegras, amourettes en bevertjes
- 115. Bleke schubwortel doet alles anders